“Tanneurs?” “Tanneurs?” Terwijl ik door de medina van Fez dwaal, spreken jongens me aan. Ze willen me de weg naar de leerlooiers (les tanneurs) wijzen. Nee dus, want voor je het weet ben ik weer een tassenwinkel ingeloodst die hen daarvoor provisie geeft. Maar duidelijk maakt het wel dat deze leerlooiers belangrijk zijn in de toeristische oude binnenstad.
Ronde en rechthoekige vaten
Middenin de medina bewerken de leerlooiers de huiden van schapen, geiten, kalveren, paarden en dromedarissen in tientallen bij elkaar gegroepeerde ronde en rechthoekige kalkvaten. Ze maken de huiden schoon, stampen ze aan en kleuren ze rood, geel, blauw, groen… En dat op een eeuwenoude manier waarbij ook vogelpoep en urine gebruikt wordt. Dat ruik je natuurlijk.
Over de randen
Nadat de huiden bewerkt zijn, worden ze te drogen gelegd op de terrassen van de huizen die rondom de vaten gebouwd zijn. Vanaf een van die terrassen bekijk ik dit schouwspel van hardwerkende mannen in korte broek die met hun benen in de vaten staan en balancerend over de randen lopen. Ondertussen sjokken ezels langzaam dichterbij met weer een nieuwe stapel onbewerkte huiden op hun rug.
Kleinere leerlooierij
Fez kent een aantal van deze leerlooierijen. De grootste is de Chouaras-leerlooierij maar ik bekijk zelf een van de kleinere. Je vindt de leerlooierijen op een paar minuten lopen van de Place Seffarine, het plein met de metaalbewerkers en koperslagers. Ga gewoon je neus achterna gaan. Je vindt ze dan bijna vanzelf.